Beroep op de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk

Op deze pagina

    De inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk

    De inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk is de bevoegde inspectie die toezicht houdt op de naleving van de volledige wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.

    Er zijn 8 regionale directies in het land.

    De inspectie heeft in de eerste plaats een informatierol en geeft de nodige adviezen over de toepassing van de wettelijke bepalingen. Bij inbreuken kan ze ook waarschuwingen geven, de werkgever in gebreke stellen om de situatie binnen een bepaalde termijn in orde te brengen en in uitzonderlijke gevallen bepaalde specifieke maatregelen opleggen.

    Wanneer, ondanks haar tussenkomst, de inbreuk blijft voortbestaan, kan de inspectie een proces-verbaal opstellen tot vaststelling van de inbreuk dat wordt overgemaakt aan de arbeidsauditeur.

    Beroep door de werknemer

    Rechtstreeks beroep alvorens de interne procedure te gebruiken

    De werknemer kan zich rechtstreeks tot de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk wenden in de volgende gevallen:

    • er werd voor de onderneming geen preventieadviseur psychosociale aspecten aangeduid;
    • de werknemer heeft geprobeerd om de contactgegevens van de preventieadviseur psychosociale aspecten te achterhalen (bijvoorbeeld via het arbeidsreglement) maar is daar niet in geslaagd;
    • er zijn geen interne procedures voorhanden of deze stemmen niet overeen met de wetgeving. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de werkgever de werknemer verplicht om verlof te nemen of zich eerst tot hem te wenden alvorens hij naar de preventieadviseur psychosociale aspecten kan gaan of wanneer de werkgever zelf is aangesteld als preventieadviseur psychosociale aspecten.

    De inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk kan in die gevallen:

    • de werkgever verplichten om, binnen een bepaalde termijn, een preventieadviseur psychosociale aspecten aan te duiden;
    • de werknemer helpen bij het vinden van de contactgegevens van de preventieadviseur psychosociale aspecten (via hun gegevensbank of een andere vorm van tussenkomst);
    • de werkgever verplichten om correcte procedures te voorzien.

    Beroep doen op de inspectie kan volledig anoniem gebeuren, wat betekent dat bij een tussenkomst noch de klacht, noch de identiteit van de werknemer wordt meegedeeld aan de werkgever.

    Het is dus niet opportuun om zich rechtstreeks tot de inspectie te wenden indien:

    • een preventieadviseur psychosociale aspecten werd aangeduid;
    • de werknemer deze preventieadviseur kent;
    • de interne procedure wettelijk is.

    De inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk zal in deze gevallen geen tussenkomst doen, maar de werknemer direct doorverwijzen naar de interne procedure. In die gevallen is het dus aangeraden om eerst een beroep te doen op de preventieadviseur psychosociale aspecten of de vertrouwenspersoon van de onderneming.

    Beroep na toepassing van de interne procedure

    De werknemer kan een klacht indienen bij de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het werk wanneer hij meent dat zijn verzoek tot formele psychosociale interventie:

    • er niet toe heeft geleid dat een einde werd gesteld aan de probleemsituatie, of
    • niet in overeenstemming met de wetgeving werd behandeld.

    In deze gevallen controleert de inspectie of de werkgever de interne procedure op een correcte wijze heeft toegepast, gaat ze na of hij passende maatregelen heeft genomen en zo niet, komt ze bij hem tussen zodat hij deze effectief neemt.

    In dit geval moet de werknemer de inspectie officieel machtigen om zijn identiteit mee te delen aan de werkgever.

    Beroep door de preventieadviseur psychosociale aspecten

    In het kader van een verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, moet de preventieadviseur psychosociale aspecten in twee gevallen zelf een beroep doen op de inspectie zonder het akkoord van de werknemer te vragen:

    1. Wanneer hij, voor het verstrekken van zijn advies, vaststelt dat de werkgever geen of geen geschikte bewarende maatregelen heeft getroffen.
       
    2. Wanneer hij, nadat hij zijn advies heeft verstrekt, vaststelt dat de werkgever geen of geen geschikte maatregelen heeft getroffen en dat:
       
      1. er een ernstig en onmiddellijk gevaar is voor de werknemer.

        Het ernstig en onmiddellijk gevaar bestaat erin dat het vrijwel zeker is dat de werknemer ernstige gezondheidsschade zal oplopen (zoals een depressie) en dat deze schade zich onmiddellijk zal voordoen wanneer geen enkele maatregel wordt getroffen. De eerste tekenen zijn namelijk reeds aanwezig bij de werknemer.

        De werknemer vertoont bijvoorbeeld al tekenen van een depressie en is in ziekteverlof, maar de werkgever geeft geen enkele maatregel getroffen. Een snelle interventie is nodig om te vermijden dat de werknemer, wanneer hij na zijn ziekteverlof terug komt werken, daadwerkelijk een depressie ontwikkelt omdat de slechte arbeidsomstandigheden blijven voortbestaan.
         
      2. de aangeklaagde de werkgever is of deel uit maakt van het leidinggevend personeel.

        Het feit dat de onrechtmatige gedragingen uitgaan van de werkgever of van een lid van het leidinggevend personeel zorgt voor een bijzonder delicate situatie. De doeltreffendheid van de interventie door de preventieadviseur psychosociale aspecten zal namelijk afhangen van de bereidheid van de werkgever. Er valt echter te vrezen dat de werkgever de door de preventieadviseur psychosociale aspecten voorgestelde maatregelen niet zal uitvoeren. In dat geval is de preventieadviseur psychosociale aspecten verplicht om een beroep te doen op de inspectiediensten die de voorgestelde maatregelen afdwingbaar kunnen maken.

    Deze verplichting voor de preventieadviseur psychosociale aspecten sluit niet uit dat de werknemer in deze gevallen zelf een beroep kan doen op de inspectie (en dus de bescherming tegen represailles geniet).

    Bescherming tegen represailles

    De werkgever mag een werknemer, die bij de inspectie bepaalde acties heeft ondernomen, niet ontslaan of ten aanzien van hem een andere nadelige maatregel nemen om redenen die verband houden met deze acties of met de feiten die in het kader van deze acties worden gemeld. De werkgever die deze bescherming niet naleeft, is verplicht de werknemer een schadevergoeding te betalen.

    Heeft de actie betrekking op feiten van geweld of pesterijen op het werk die geen verband houden met een discriminatiegrond, dan is de bescherming bedoeld in de Welzijnswet van toepassing.

    Wanneer de actie betrekking heeft op feiten van geweld of pesterijen op het werk die wel verband houden met een discriminatiegrond, of van ongewenst seksueel gedrag op het werk, dan is de bescherming bedoeld in de antidiscriminatiewetgeving van toepassing.

    De inhoud van deze beide beschermingen is in wezen dezelfde. Er is voornamelijk een verschil op het vlak van de personen die deze bescherming kunnen genieten.

    Meer informatie is terug te vinden in het onderdeel bescherming tegen represailles.