Actiemiddelen van de werknemer: de interne procedure

Op deze pagina

    Inleiding

    Wanneer een werknemer meent schade te ondervinden ten gevolge van psychosociale risico’s op het werk, kan hij dit uiteraard steeds meedelen aan zijn werkgever of aan een andere hiërarchische meerdere.

    Hij kan ook een beroep doen op een lid van het Comité voor preventie en bescherming op het werk of een vakbondsafgevaardigde.

    De werknemer kan eveneens een spontane raadpleging vragen bij de preventieadviseur-arbeidsarts wanneer hij gezondheidsklachten heeft waarvan hij denkt dat ze te wijten zijn aan de uitgeoefende arbeid. De preventieadviseur-arbeidsarts zal de werkgever op de hoogte brengen, behalve wanneer de werknemer hiermee niet akkoord gaat (in dat geval zal de werknemer de preventieadviseur-arbeidsarts moeten raadplegen tijdens zijn verlof). Wanneer de preventieadviseur-arbeidsarts beslist het formulier voor de gezondheidsbeoordeling (PDF, 44.61 KB) in te vullen, zal hij zich uitspreken over de geschiktheid van de werknemer, met alle gevolgen die een dergelijke beslissing met zich kan brengen.

    Naast deze mogelijkheden bestaat er ook een specifieke interne procedure die toegankelijk is voor werknemers die menen schade te ondervinden ten gevolge van psychosociale risico’s op het werk.

    Deze procedure bevat twee types interventie: de informele psychosociale interventie en de formele psychosociale interventie.

    Beide types interventie kunnen toegepast worden bij feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, alsook bij alle andere situaties waarbij er sprake is van psychosociale problemen op het werk (zoals stress, burn-out, conflicten, …).

    De interne procedure moet beschreven worden in het arbeidsreglement van de onderneming of instelling: zie artikel 19 van het model van arbeidsreglement (DOC, 184 KB).

    Personen die tussenkomen

    De werknemer wendt zich ofwel tot de vertrouwenspersoon, ofwel tot de preventieadviseur psychosociale aspecten in functie van zijn affiniteiten met één van deze personen, het vertrouwen dat hij in hen heeft of hun geografische nabijheid.

    De contactgegevens van de vertrouwenspersoon en de preventieadviseur psychosociale aspecten (of van de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waarvoor hij werkt) moeten vermeld worden in het arbeidsreglement, alsook op een voor de werknemers gemakkelijk toegankelijk plaats (door middel van een aanplakking, via het intranet, …). Dit is een verplichting van de werkgever.

    Indien de werkgever deze verplichting niet nakomt, kunnen de preventieadviseur van de interne dienst, een vakbondsafgevaardigde, de preventieadviseur-arbeidsarts, de maatschappelijk assistent(e) of de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk de werknemer helpen om deze informatie te verkrijgen.

    Het raadplegen van de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociale aspecten moet kunnen gebeuren tijdens de werkuren.

    Indien de gewone arbeidstijdregeling dit niet toelaat, mag de raadpleging ook buiten de werkuren gebeuren, voor zover een collectieve arbeidsovereenkomst of het arbeidsreglement hierin voorzien. Dit is bijvoorbeeld het geval bij nachtarbeid of bij ploegenarbeid.

    Wanneer er zich tijdens de verplaatsing een arbeidsongeval voordoet, is de arbeidsongevallenverzekering van de werkgever van toepassing.

    Ook de verplaatsingskosten zijn ten laste van de werkgever, ongeacht het moment waarop de raadpleging plaatsvond (bijvoorbeeld tijdens de werkuren, tijdens het ziekteverlof, …). Hiertoe zal de werknemer zijn werkgever op de hoogte moeten brengen van het feit dat hij de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociale aspecten heeft geraadpleegd.

    De andere rechtstreeks betrokken persoon

    Dit is de persoon (collega, hiërarchische meerdere, derde, …) waarmee de verzoeker een interpersoonlijk probleem heeft (bijvoorbeeld een conflict of pesterijen) en die betrokken is bij het verzoek tot informele of formele psychosociale interventie.

    Er zal niet altijd een andere rechtstreeks betrokken persoon zijn. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van stress of burn-out is er geen andere rechtstreeks betrokken persoon, maar kan het probleem zich bevinden op het niveau van de arbeidsorganisatie.